Het toonaangevende weekblad De Groene Amsterdammer heeft op 13 juli 2022 een artikel gepubliceerd over voedselbossen. Zij zijn ook langsgeweest bij Voedselbos Werelds en schrijven in hun artikel over het Wij-bos.
Wij-bos is een initiatief van Kleurrijk Groen, waarvoor Paul Dirven een stuk grond beschikbaar heeft gesteld in zijn Voedselbos Werelds. Op deze grond nodigt Bureau Wijland mensen van diverse (culturele) achtergronden uit om diverse bomen te planten. Voor meer informatie en terugblikken naar plantdagen, klik hier.
Het artikel “De opmars van het voedselbos – Een pawpaw tussen de kersen” vindt u hier.
Een greep uit het artikel:
Alle bomen hier hebben een verhaal.’ Qader Shafiq heeft met zijn Wij-bos twintig procent van het land van Dirven in beheer. In een lange strook langs het fietspad planten migranten hier vooral bomen uit hun thuisland. ‘Als je een boom plant, dan wortel je pas echt’, vindt hij. Het bos draagt bij aan het thuisgevoel, is zijn ervaring. ‘Als je de weg terug kunt vinden in het bos, dan vind je ook gemakkelijker je weg in de maatschappij.’
Sinds 2019 is er een honderdtal verschillende bomen en struiken geplant in het Wij-bos. Het slingerende pad begint bij een amandelboom en aan weerszijden ervan staan houten bankjes, waarop bezoekers van de zonsondergang kunnen genieten. ‘De jostabes is nog wat zuur, maar je kunt ’m al wel eten’, zegt Dirven terwijl hij zich een weg baant door het gras. Hij stopt bij een staak, waar een jonge, nog kleine ginkgo biloba tegenaan staat. ‘Ah, hij heeft het toch gered!’ Pas over twintig jaar zal deze Japanse notenboom zijn naar poep stinkende vruchten dragen. De bessen van de appelbesstruik, aangeplant in 2021 door de jonge nieuwkomers Asal uit Iran en Daniella uit Oeganda, laat hij nog hangen. ‘Die zijn pas rijp in augustus.’
De duurzaamheidsbeweging is vooral wit en vijftigplus, constateert Shafiq, die in het dagelijks leven directeur is van adviesbureau Wijland en initiatiefnemer van Kleurrijk Groen. ‘Maar mensen reageerden als door een wesp gestoken toen ik dat ook daadwerkelijk zei.’ Hij wil in de natuur mensen met verschillende achtergronden samenbrengen, bijvoorbeeld door het gezamenlijk beheer van een moestuin in het Land van Ooij, in de Ooijpolder bij Nijmegen. En in het Wij-bos. Kinderen van de Internationale Schakelklas (ISK), die nog maar kort in Nederland zijn, plantten bijvoorbeeld samen bomen met vertegenwoordigers van het COC. ‘Ik vind het belangrijk om dit soort verbindingen te maken.’
De samenleving kan een voorbeeld nemen aan het bos, vindt Dirven. ‘Net zoals verschillende bomen in een bos elkaar sterker maken, zo kunnen verschillende culturele achtergronden elkaar ook versterken.’ Een voedselbos is dan ook niet ‘eigen plant eerst’. ‘We willen een grote diversiteit, niet alleen aan bezoekers, maar ook aan soorten, zoals de kaki, witte moerbei, abrikoos en druivenstruik.’ Ook al wijzen sommige precieze bosbouwers het gebruik van exoten af. ‘Dat vind ik zo’n onzin’, reageert Dirven. ‘Alles wat wij hier in Nederland tegenwoordig eetbaar vinden, is van oorsprong exotisch.’